Maurits Tilley
(°Hamme 1908, +Waasmunster 1978)


Op 2 februari (Lichtmis!) 1908 wordt Maurits geboren als vijfde kind in een gezin dat later 13 kinderen zou tellen. Vader behoorde tot de zogenaamde "kleine middenstand". Maurits Tilley Maurits loopt lagere school in "Den Aart" te Hamme. Hij is amper zes jaar oud wanneer hij de "woelige dagen" ondergaat van wat later de groet oorlog zal worden. Een kind ziet meer dan een volwassene denkt en ook na de euforie van november 1918 blijft de oorlog nawerken. Want in 1921 schildert hij zijn eerste werkje dat niet toevallig "Terugkeer naar Duitsland" noemt. Tekenen en schilderen zijn nu een deel van Maurits geworden. Hij volgt 's avonds lessen aan de gemeentelijke academie te Hamme. Tot 1929 verruimt hij nu zijn leef- en denkwereld te Sint-Niklaas. Hij is bezeten van zijn kunst, maar ervaart wel tegelijk dat hij nog veel te leren heeft. En leren wil hij! En op de dag dat in Sint-Niklaas met de gouden medailles wordt onderscheiden, pinkt zijn moeder een traan weg en bloeit zijn jonge leven open. Tot 1935 volgt hij nu les aan het Hoger Sint-Lukasinstituut te Gent, maar geeft intussen zelf les aan de jonge mensen in de academie te Hamme. Hij zet op papier of op doek wat hem beroert: het land van Durme en Schelde met een steeds wisselend gezicht, of de straatjes van Gent. De dagelijkse dingen en mensen die hij over dit landschap ziet gaan. In 1937 aanvaardt hij een leraarschap aan hetzelfde Sint-Lukasinstituut. Maurits Tilley De politieke geladenheid rond de jaren 1940 glijdt een beetje langs hem heen en alleen zijn werken, die nu vooral een religieus onderwerp behandelen, zijn voor hem belangrijk. In het lesgeven krijgt hij nu ook meer en meer voldoening. De studenten dragen hun leraar Maurits in hun hart. Hij is vooraan in de dertig als hij zijn vrouw Lisette leert kennen. In 1944, volle oorlog, huwen ze en gaan te Gent wonen. Hier beleeft hij een vruchtbare periode waarin de geboorte van zijn zoon Jan een hoogtepunt wordt. Dit vertaalt hij in een aantal boeiende portretten, studies en landschappen die hij op zijn eigen wijze interpreteert. Hij voelt hoe zijn kunstenaarsschap dagelijks groeit. In 1945 krijgt Maurits een zware longontsteking en zal twee jaar niet meer schilderen noch lesgeven. In 1946 huurt hij samen met zijn gezin een landhuisje te Belsele. Hij zal in deze rustige natuur een streng uitgelijnd leven leiden, en er na een lobectomie in 1947, tegen alle verwachtingen in , stilaan genezen. Begin 1948 herneemt hij zijn activiteiten met een hernieuwde belangstelling voor "de Boer". De boer wordt voor hem de verpersoonlijking van 'HIJ' die laat sterven en doet groeien. Was hij zelf niet aan aarde en duisternis gebonden? Gedoemd om te sterven? Maurits zal deze bedenkingen neerleggen in zijn "boerencyclus", die anders is dan wat anderen hebben voorgedaan. Die bij hem, vanuit zijn innerlijke verbondenheid, een mystieke dimensie meekrijgt. Vanaf nu gaat het herstel vlugger. Zijn kracht en zijn scheppingsvermogen komen terug. Hij durft opnieuw te leven. En in 1949 bouwt hij een huis op de Heide in Waasmunster. Zijn vriend, Anton Van Wilderode, zal dit later bestendigen in zijn poëzie: "Een huis in Waasmunster". En hier, weg van het drukke leven, groeit zijn ziel nog meer in zijn werk. Hamme, waar zijn wortels liggen, neemt een vernieuwde plaats in zijn leven. Maurits Tilley Samen met oude en nieuwe vrienden richt hij opnieuw de kunstkring Pogen op. Daar, waar hij zelf zijn eerste stappen zette, geeft hij opnieuw ieder weekend les. Stilaan krijgt ook zijn jarenlange droom vorm: de harmonie tussen Kunst, de mens en de steeds wisselende seizoenen. Hij wil ze laten stollen op de doeken, zeven kunsten, de mensen, vier seizoenen. Het idee allen al daagt hem uit. Jaren werkt hij aan die droom in de stilte van zijn atelier. En terwijl de seizoenen gaan en komen, schept hij ze tot leven op zijn doeken. Begin 1978 is zijn droom volbracht. In 28 doeken, elk met hun eigenheid en toch in symbiose met elkaar, stralen zijn kleuren vol leven. Hij overtuigt iedereen met zijn geloof in de nieuwe mens. Wanneer men hem vraagt zijn werk te tonen krijgt men steenvast als antwoord: "Ach dat ze me met rust laten werken. Later kunnen ze dan nog doen wat ze willen. Nu heb ik nog zoveel te doen." Even later wordt hij ernstig ziek en op zaterdag 11 februari 1978, tegen valavond, overlijdt hij heel rustig thuis te Waasmunster. Op 16 februari 1978 werd hij in het bijzijn van honderden vrienden begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Waasmunster-Sombeke.

Bron: door Edithe Van Remoortere op 20 feb 2005 naar aanleiding van de retrospectieve Maurits Tilley. Gelijknamig boek: Maurits Tilley door stichting Maurits Tilley-Fonds vzw 1986

confituur doeboek jeugdboekenweek boekenleeuw-boekenpauw zomer van het spannende boek Boekenbeesten literaire lente Boekenkrant COBRA.be





kadobons Boekenweekend 2014
Google