Laurent Saegeman
(°Hamme 1926)
Opgegroeid in Tielrode. Bouwde een loopbaan uit als ambtenaar, die eindigde als bureauchef bij het Gemeentebestuur van Hamme, zijn woonplaats. Sinds zijn opruststelling besteedt hij heel wat vrije tijd aan allerlei opzoekswerk: stamboom, oorlogsgeschiedenis, heemkunde,...
17 jaar oud, was Laurent Saegeman getuige van het drama. Het drukte een onuitwisbare stempel op hem en de drang om het hele verhaal te reconstrueren bleef in hem sluimeren. Na zijn opruststelling startte hij een diepgaand onderzoek, dat uitmondde in meerdere officiële herdenkingen in Tielrode – in aanwezigheid van overlevende bemanningsleden – en de publicatie van een brochure (1989). Ook daarna bleef hij gegevens verzamelen. Hij vond een bondgenoot in Luc Hemelaer (°1962), die via internet heel de USA afschuimde en belangrijke aanvullende info verwierf. In 2003 t.g.v. de 60ste verjaardag van het drama werden alle gegevens gebundeld en in boekvorm uitgegeven.
LUCHTDRAMA BOVEN TIELRODE (2003)
Lucky Lady II was een Amerikaanse B-17 bommenwerper, een zgn. vliegend fort. Met een 40-tal andere toestellen steeg het in de vroege ochtend van 30 juli 1943 op van het vliegveld van Snetterton Heath in het Britse Norfolk met als doel: het bombarderen van de Fieselerfabrieken in Kassel, waar jachtvliegtuigen werden vervaardigd. De bemanning vloog voor het eerst met dit toestel, omdat haar eigen vertrouwde vliegtuig zware schade had opgelopen. Het werd hun eerste en laatste raid met dit vliegend fort. Eerst boven Vlissingen, daarna boven Sint-Niklaas werd het toestel getroffen door afweergeschut, waardoor het genoodzaakt was de groep te verlaten. Uiteindelijk werd het neergehaald door Duitse jagers en stortte het neer in Tielrode. Vijf van de 10 bemanningsleden verloren het leven, de anderen 5 werden door de Duitsers krijgsgevangen genomen en overleefden de oorlog. Nu, 73 jaar later, is niemand meer in leven. De laatste overlevende was co-piloot Don Falk (1919-2006), Hurwitz’ boezemvriend, die meerdere malen te gast was in Tielrode.
Bron: De Meirleir
publicaties voor Heemkundige Kring Osschaert:
- 1992 - Jaargang 6, nr 3 + 4
Osschaert en Co