kanunnik Albert De Meyer
(°Hamme, 28-02-1887 - +Leuven, 10-11-1952)

Albert De Meyer werd op 28 februari 1887 te Hamme geboren als zoon van Joseph De Meyer, handelaar in bouwmaterialen, en Jeanne D’Haens, huisvrouw.
De jonge Albert studeerde, na zijn lagere school, aan het Kleinseminarie in Sint-Niklaas. Na zijn humaniora besloot hij priester te worden. Albert De Meyer ontving te Luik op 17 april 1911 de priesterwijding.
Hij trok daarna naar Leuven om er theologie te studeren. Hij maakte er onder leiding van Alfred Cauchie een proefschrift over het ontstaan van het Jansenisme. Op 2 januari 1919 werd hij docent aan de Leuvense universiteit en op 22 juli van hetzelfde jaar promoveerde hij tot doctor en magister in de theologie. Het volgende jaar, op 17 juli 1920 werd hij professor en hoogleraar in de kerkgeschiedenis en de historische kritiek.

In de najaren van de Eerste Wereldoorlog kon Albert de tijdschriften en wetenschappelijke collecties, uitgegeven door zijn mentor A. Cauchie, opnieuw tot leven brengen. De bezieling waarmee hij dit deed maakte van hem een tweede stichter, vooral van de Revue d”histoire ecclésiastique. Samen met goede vriend en naaste medewerker Mgr. Van Cauwenberghe, garandeerde hij het voortbestaan van het Dictionnaire d’Histoire et de Geographie Ecclésiastiques. Zelf stichtte hij de Bibliotheque de la revue d’Histoire Ecclésiastique.
EH De Meyer werd op 28 mei 1927 kanunnik van het St. Baafskapittel te Gent.

De dankbaarheid ten opzichte van deze gedreven wetenschapper van historische kritiek kwam in 1946 toen hem de “Miscellenea historica” werden aangeboden.
Kanunnik De Meyer was ook lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Hij was een van de leden die regelmatig de vergaderingen bijwoonde en wiens tussenkomsten in de besprekingen en plannen ten zeerste gewaardeerd. Net voor zijn overlijden stelde hij een plan voor dat de leidraad zou worden voor het Nationaal Biografisch Woordenboek.
Naast verschillende studies van zijn hand begeleidde hij niet minder dan 63 proefschriften. Hij liet talloze artikelen in diverse tijdschriften verschijnen.

Alhoewel sterk gebouwd leek kanunnik De Meyer een hoge ouderdom te behalen maar een agressieve ziekte besliste er anders over. In juni 1952 werd Albert ziek.
EH Albert De Meyer overleed te Leuven op 10 november 1952.

In 1966 werd in de schoot van de K.U.Leuven een fonds opgericht onder de benaming `Albert De Meyer Stichting'. De bedoeling is de nagedachtenis te eren van wijlen Kanunnik Albert De Meyer door het aanmoedigen aan de K.U.Leuven van de geschiedkundige opzoekingen, in het bijzonder wat betreft de kerkgeschiedenis.
De stichting neemt zich voor de bedoeling van de schenkers te verwezenlijken door de uitgave mogelijk te maken van waardevolle geschiedkundige studies, geschreven door studenten of oud-studenten van de faculteiten Letteren, Godgeleerdheid en Kerkelijk Recht, die niet voldoende hulp zouden ontvangen hebben voor hun publicatie.

De gemeente Hamme eerde zijn verdienstelijke zoon met een straatnaam. De Kanunnik De Meyerlaan is de straat gelegen tussen de Damstraat en de Vlierkouter.

BIBLIOGRAFIE:

• Le proces de l'attentat commis contre Guillaume le Taciturne Prince d'Orange 18 mars 1582. Etude critique de documents inédites (1933)
• Miscellanea Historica in Honorem Alberti De Meyer Universitatis Catholicae in Oppido Lovaniensi Iam Annos XXV Professoris.(1946)

Bron: Biografisch repertorium v/d priesters van het bisdom Gent 1802 – 1997 deel 1, blz 156 n° 1596, KADOC, 1997