Jan Vercammen
(°Temse 1906, +Brugge 1984)


Jan Vercammen Jan Vercammen werd geboren te Temse op 7 november 1906. Na het lager onderwijs studeerde hij aan de normaalschool te Alsemberg. Hij was onderwijzer te Hamme van 1925 tot 1940. Hij doctoreerde in de pedagogische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit te Gent in 1940 en werd inspecteur in het lager onderwijs, later hoofdinspecteur.
Jan Vercammen debuteerde in 1929 met de verzenbundel "Eksode". Tot en met "Getijden te Brugge" (1946) ademen zijn gedichten een katholieke sfeer uit. Daarna wordt zijn dichtwerk beheerst door een religieus-humanistische bezinning op het menselijk bestaan in liefde en dood.
Jan Vercammen was redactiesecretaris van "De Tijdstroom" (1931-1935), redacteur van "De Gemeenschap" (1935-1941) en "De Schakel" (1936-1940). Hij was lid van de Raad van Beheer van de Kultuurraad voor Vlaanderen (1959-1976), erevoorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen en lid van de Maatschappijder Nederlandse Letterkunde te Leiden. Hij schreef ook verhalen en gedichten voor kinderen en werkte mee aan verschillende litteraire en pedagogische tijdschriften. Veel van zijn gedichten werden op muziek gezet en/of werden vertaald in het Frans; Duits, Italiaans, Spaans en Russisch. Jan Vercammen overleed te Brugge op 5 augustus 1984.

BIBLIOGRAFIE:

  • Eksode (poëzie, 1929)
  • Reven (poëzie, 1931)
  • Credo (poëzie 1934)
  • Het tweede land (poëzie, 1936)
  • Het doode kindje Eric (poëzie, 1936)
  • Drie koningen met stekels (jeugdverhaal, 1936)
  • Drie koningen met stekels
  • Veldmuizenparadijs (jeugdverhaal, 1936)
  • De fee in het bosch (jeugdverhaal, 1936)
  • De rozen rijpen (poëzie, 1938)
  • Chibiados zingt (Bewerkingen van Indiaanse gedichten, 1938)
  • Suite voor cello (poëzie, 1939)
  • Volubile (poëzie, 1939)
  • De kinderstijl, zijn ontwikkeling, zijn typologie, zijn pedagogiek (essay, 1940)
  • Drie suites (poëzie, 1941)
  • Zeepbellen (kindergedichten, 1941)
  • Het verloren lied (toneel, 1941)
  • Zondaars (verhaal in "Bloei", 1942)
  • Repetitie (poëzie, 1943)
  • Als de kat begint (jeugdverhaal, 1943)
  • O die muis! (jeugdverhaal, 1944)
  • O die muis!
  • De zesde kamer (jeugdverhaal, 1944)
  • Serena, de legende van de kant (jeugdverhaal, 1945)
  • Serena, de legende van de kant
  • De vlucht van Hans en Harlekijn (jeugdverhaal, 1946)
  • Getijden te Brugge (poëzie, 1946)
  • De parelvisscher (poëzie, 1946)
  • De parelvisscher
  • Verbroken zegel (poëzie, 1946)
  • Boudewijn en Wadilo (jeugdverhaal, 1946)
  • Ophelia (poëzie, 1954)
  • Tussen twee woestijnen (poëzie, 1958)
  • Het verloren ei (jeugdverhaal, 1959)
  • De muis in de klok. Rijmen voor kinderen (1959)
  • Bij wijze van zeggen (aforismen en paradoxen, 1961)
  • Nest en Nest (jeugdverhaal, 1961)
  • De tocht van St.-Brandaan (jeugdverhaal, 1961)
  • De tocht van St.-Brandaan
  • Grave Jan (jeugdverhaal, 1961)Grave Jan
  • De pimpampoentjes (jeugdverhaal, 1965)
  • Ik ben ik (kindergedichten, 1966)
  • Zonder berouw (poëzie, 1966)
  • Magnetisch veld (poëzie, 1967)
  • En toch niet naar Athus (vehaal, 1969)
  • Het huis ten einde (poëzie, 1971)
  • Verzamelde gedichten (poëzie, 1976)
  • Vonnis over Yvonne (1980)

ANEKDOTE:
 Jan Vercammen geschilderd door Marcel Marcaine "Door de jaren heen heeft Marcel Marcaine natuurlijk veel collega's-kunstenaars ontmoet. Sommigen daarvan werden goeie vrienden. Zo ook de dichter Jan Vercammen, die helaas al in 1984 gestorven is. Marcaine maakte een portret van deze man die zijn vriend was. Toen die het schilderij, toen het af was, grondig bestudeerde was hij echt niet in zijn nopjes. Marcaine gooit namelijk graag subtiele grapjes in zijn werken en Jan Vercammen had die in dit werk over hemzelf opgemerkt en nam ze niet in dank af. Zo zijn er bijvoorbeeld de verwijzingen naar zijn vele vrouwen, maar vooral die ene verwijzing naar een bepaalde tic van hem viel niet in goede aarde. Zo had Vercammen bijvoorbeeld de neiging om in een ruimte waar een mooie dame binnenstapte met zijn hand door zijn grijzende en wit wordende haren te strijken. En laat daar nu precies tussen die witte haren van hem een vrouwspersoon liggen! De charmeur, betrapt door zijn vriend-artiest, kon er dus duidelijk niet om lachen."

bron: Digitale bibliotheek voor de Nederlandse Letteren - Louis Jacobs

confituur doeboek jeugdboekenweek boekenleeuw-boekenpauw zomer van het spannende boek Boekenbeesten literaire lente Boekenkrant COBRA.be





kadobons Boekenweekend 2014
Google