Amaat Joos (°Hamme 1855, +1937)
Honoratus - Amatus Joos werd geboren op 3 mei 1855 als zoon van een timmerman. Zijn vader Carolus Benedictus Joos huwde twee keer. Bij zijn eerste echtgenote Maria Croes kreeg hij acht kinderen. Daarna huwde hij met Anna Catherina Michiels dIe hem nog negen kinderen schonk. Amaat was een telg uit dit laatste huwelijk.
In 1870 trok Amaat naar het Klein Seminarie in Sint-Niklaas om er Grieks-Latijnse te volgen. Het onderwijs was toen nog uitsluitend in het Frans. De Nederlandse taal werd nauwelijks geduld. Joos vond dit een schrijnend onrecht en ijverde toen al voor de erkenning van het Nederlands als onderwijstaal. Het was in die omstandigheden dat zijn Flamingantisme en zijn voorliefde voor de moedertaal werden aangescherpt. Amaat Joos werd tijdens zijn studententijd leider en bezieler van de Wase studentenvereniging "De Klauwaerts", waardoor hij in contact kwam met anders grote leiders van de Vlaamse studentenbeweging. zoals Albrecht Rodenbach en Pol De Mont. Na zijn humaniora trok hij naar het Groot Seminarie in Gent. In 1881 werd hij priester gewijd. Eerst werd hij leraar aan het college in Ronse en daarna aan de Normaalschool in Sint-Niklaas. Daar onderwees hij Nederlands, Frans en muziekopvoeding. Tien jaar na zijn priesterwijding werd hij benoemd tot directeur van de Normaalschool. Een functie die hij net geen 25 jaar uitoefende, want in 1915 werd hij op eigen verzoek benoemd tot directeur van de Zusters Jozefienen in Gent. Inmiddels had hij ook de titel van kanunnik gekregen.
Zijn literair debuut maakte Joos met zijn 'Vlaamse Volksspreuken' en 'Drie verhalen uit het werkmansleven', twee publicaties die zich situeren in de jaren 1880-1881. Daarna bleef het een tijdje stil tot in 1885 zijn 'Schatten uit de volkstaal' verscheen, de voorloper van zijn meesterwerk 'Het Waas Idioticon', een indrukwekkende verzameling van alle dialecten uit het Land van Waas.
Zijn 'Vertelsels voor het Vlaamse volk' en zijn 'Raadsels voor het vlaamse volk' toonden vooral zijn voorliefde voor de volkstaal en het volksleven. Beide uitgaven maakten zijn letterkundig werk vooral bekend bij het brede publiek. Door zijn literaire bedrijvigheid werd Amaat Joos lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde en van de Maatschappij der Nederlandse Taal in Leiden, Nederland. Joos publiceerde niet alleen taal- en volkskundige werken, hij schreef ook heel wat educatieve en geestelijk geinspireerde artikels, verhandelingen en boeken. Amaat Joos overleed op Hemelvaartdag, 15 augustus 1937. Hij werd begraven in de crypts van de kanunniken van St. Baafs in Gent.
Ter gelegenheid van de 150ste verjaardag van zijn geboorte werd hij in Hamme gehuldigd met een gedenkplaat op zijn geboortehuis en een tentoonstelling in de feestzaal van het gemeentehuis.
BIOGRAFIE:
- Waas Idioticon (1900)
-
Amaat Joos wil met zijn idioticon volgende doelstellingen nastreven: het moet een verzameling zijn
van alle woorden en uitdrukkingen die niet in een erkend woordenboek voorkomen. Verder zegt hij dat het een werk van iedereen is, een oprecht volkswerk, zowel van de arme als van de rijke, een werk van groot en klein, van man en vrouw, van geleerde tot ongeleerde. Zijn bedoeling, zo stelt hij verder, is aan te tonen aan al de welgemeende taalkundigen van Noord en Zuid welke schatten er in de volkstaal begraven liggen.
- Vertelsels van het Vlaamsche volk II (1926)
- Vertelsels van het Vlaamsche volk III (1926)
- Natuurverklarende sprookjes (1926)
- Van den gefopten duivel: Vlaamsche volksvertelsels (1926)
- Vlaamsche legenden (1926)
- Vlaamsche vertelsels (tweede druk)(1951)
Bron: Zo leefde Hamme van Edmond De Rauw, uitgeverij Ten Bos 1983 - Herdenking Amaat Joos 2006