Alphonse J. Van Bogaert (°1882- +1967)
Alphonse J.-F.-M. Van Bogaert werd geboren uit een geneesherenfamilie te Hamme op 10.8.1882. Hij volgde de Grieks-Latijnse humaniora aan het Bisschoppelijk College te Oudenaarde (Rethorika 1902). 
Zoals zijn broer Albert zou hij ook naar de Universiteit te Leuven gaan, doch het toeval beschikte er anders over. Zijn oom Eugene van Assche overfeed zonder kinderen en diens weduwe, mevrouw Caroline van Bogaert, wenste dat haar neef Alphonse, zoon van haar broer, de in 1822 opgerichte brouwerij zou overnemen. Zo kwam Alphonse van Bogaert aan de Leuvense universiteit dat een bijzondere cursus zou volgen met het oog op zijn toekomstige loopbaan als brouwer. De uitrusting van de oude brouwerij beantwoorde echter niet meer aan de eisen van de nieuwe tijd en zodoende bouwde hij een nieuwe brouwerij, die ter gelegenheid van de tentoonstellingen van Brussel (1910), Charleroi (1911) en Gent (1913), telkens de gouden erepenning verwierf. Tijdens de eerste wereldoorlog werden de machines en al het koper van de brouwerij In beslag genomen. Alphonse Van Bogaert stichtte na de oorlog een N.V. onder de benaming "Centrale Brouwerij Victoria", waarbij een twaalftal klelnere brouwerijen werden opgeslorpt. Hijzelf werd voorzitter en afgevaardigde-beheerder van de nieuwe maatschappij. Ter gelegenheid van de tentoonstelllngen te Antwerpen en te Lulk in 1930 en van de Weteldtentoonstelling te Brussel in 1935 verwierf hij opnleuw gouden eremedallles, ten bewijze van zijn ondernemingsgeest.
Alphonse Van Bogaert trad op 13.6.1913 in het huwelijk met mevr. Aline-M-F. Wauters, dochter uit een aloud en gegoed patriciërsgeslacht van Zeeland. Zij was titularisse van een getuigschrift van verpleegstersstudiën en van assistente bij de Volksgezondheid. Tevens behaalde zij bij het Rode Kruis van België in 1932 het brevet van ambulancierster en monitrice, waardoor zij, aan de zijde van haar echtgenoot, in het Rode Kruis te Hamme, o.m. tijdens de overstromingsrampen van 1928 en 1930, bijzondere verdiensten oogstte.
Alphonse van Bogaert bleed ondertussen een onvermoeibaar ijveraar en studax. Zo ontving hij o.m. voor zijn diensten betoond aan het Ministerie van Landbouw, op de Wereldtentoonstelling te Antwerpen in 1930 de grootste onderscheiding. Van het "Nationaal Comity van de Ommegang" te Brussel ontving hij in datzelfde jaar, als voorzitter van het plaatselijk comité voor de Eeuwfeestviering, een bijzonder ereteken en vanwege de regering, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de jury bij de "Nationale tentoonstelling van de Arbeid", de eremedaille.
Bij de viering van het tweede eeuwfeest van de stichting van de jaarmarkt te Hamme (Keizer Karel VI, 1735) en van de 70ste verjaring van de oprichting van de "Academie voor teken- en bouwkunde" - voorloper van onze huidige vakschool en kunstacademie - verwierf hij, die bovendien nog jaren voorzitter van het landbouwcomice voor het district Hamme-Zele was geweest, het bljzonder landbouwereteken 1ste klas. De landbouwstand was hem immers zeer beliefd gebleven. Hij werd overlgens nog titularis van een tiental eretekens hem uitgereikt door het Belgische Rode Kruis, terwijl hem van burgerlijke zijde als hoogste onderscheiding de benoeming als officier in de Orde van Leopold II werd toegemeten: De kerkelijke overheid verleende hem de Orde van Slnt Sylvester.
In zijn vrije tijd studeerde hij, die toch reeds een diploma bezat van burgelijk ingenieur, electriciteit, biologie, microbiologie, landbouw enz. Hij deed trouwens verschillende uitvindingen waarop hij een brevet nam en aan koning Albert aanbood. Deze brevetten werden tussen 1933 en 1935 door de NV Philips op de markt gebracht. Het betreft de sodium- en de kwikzilverlamp, o.m. nog gebruikt in de eerste Scheldetunnel. In 1925 was hij medestichter van de "Belgische vereniging voor Zymologie", ongeveer de eerste in Europa. Hij maakte trouwens ook deel uit van het beheer van de CERIA, het Nationaal Instituut voor de Gistingsnijverheid te Brussel. Tot kort voor zijn dood bleef hij jurylid bij de examenverrichtingen.
EENE LIJDENSBLADZIJDE... (1919)
"Eene lijdensbladzijde onzer werklieden in den oorlog met 118 platen van slachtoffers."
De gehele geschiedenis van onze opgeëiste werklozen hierin samenvatten, opdat elk die deze regels leest weet wat zij voor hun Vaderland leden, dit is mijn doel. Enkel de feiten, uit officiële stukken of van ooggetuigen, zal ik vermelden. Ik bid de lezer om geduld, gezien sommige aanhalingen, vooral de officiële stukken, zeer droog zijn. Doch zijn deze statistieken nodig en voel ik het als een plicht om alles weer te geven. Ik zal trachten te laten zien wat onze Hamse helden geleden hebben voor ons allen en voor het Vaderland. De tol van het Hamse volk aan de Duitse oorlogsgeest is overgroot! Op zes weken tijd zijn er veel meer Hamse werklozen gedood dan er gesneuveld zijn op het veld van eer gedurende vier jaren en half oorlog. Men spreekt soms van marteldood, van wreedheden ten tijde der Romeinen, van folteringen der Middeleeuwen, van slavenhandel, dit alles heeft zich voorgedaan ten huidige dage, met alle uitvindingen en het vernuft der 20ste eeuw.
Bron: elektrische drukkerij Em. Van Haver, Sint-Niklaas
L'IMMUNOLOGIE ET LES MILIEUX DE CULTURE (1926)
DE GESCHIEDENIS VAN DE KERK VAN HAMME (1945)
van september 1944 af liet de heer Van Bogaert de geschiedenis van de grote kerk van Hamme verschijnen in "Ons Parochieblad". Na het parochieblad liet hij dit samen in boekvorm verschijnen.
Bron: druk. De Kocker, Hamme
GESCHIEDENIS VAN HET OUDEMANNENHUIS TE HAMME (1946)
In de maand Maart 1946, bij een bezoek in het "Oudemannenhuis" zegde de Eerw. Zuster Overste, dat er op een roosterstuk, in het zolderdak, een inschrift stond. Bij nazicht werd bevonden: ANO 1846 Zoo dez balk aldaar opgetimmerd was in dit jaar, zou het gebouw honderd jaren oud wezen; waarschijnlijk zou dan ook het ouderlingen huis een eeuw geleden, opgericht zijn. Het eventueel honderdjarig bestaan, met al zijne bijzonderste wederwaardigheden zou alsdan ook mogen terug voor den geest gebracht en heropgefrist worden bij onze Hamsche bevolking. Wat het doel is van dit gedenkboekje.
Bron: drukkerij Scheerders-Van Kerchove N.V., Sint-Niklaas
DE KAPELLEKENS VAN DE "ROODE LIEVE VROUWE" EN VAN DE "TWEE BRUGGHEN" (1948)
DE WIKINGEN IN DE "DURME- EN SCHELDEHOEK" (1955)
IJZEREN VOUWSTOELTJE VOOR KRIJGSGERECHT UIT DE GALLO-ROMEINSE TIJD (1961)
DRIE "WIKINGZWAARDEN" UIT DE "WIJDE DURME" (1962)
KELTEN, GALLIERS, ROMEINEN IN DE "DURME- EN SCHELDEHOEK" (1965)
Met dit werk verwierf de auteur de uitzonderlijke literaire prijs der "Scriptores Catholici"(Letterkundig en oudheidkundig). Dit boek is wereldberoemd in alle oudheidkundige middens van vele landen.
Bron: druk. De Clauwaert, Leuven
