Bart Plouvier (°Mortsel 17-06-1951)
Bart Plouvier groeide op in de Antwerpse Voorkempen. Als zeventienjarige kwam hij in aanraking met het Antwerpse artiestenmilieu en de hippiebeweging en vol dromen en illusies nestelde hij zich op het platteland. Hij was een tijdje leerling aan de Academie voor Schone Kunsten en doorliep daarna twaalf stielen en dertien ongelukken: van dokwerker tot muzikant in Bobbejaanland. Van 1980 tot 1984 was hij matroos op een zeesleper en in die periode begon hij te schrijven, met het eigen leven en de zee als belangrijkste inspiratiebronnen.
Sinds zijn debuut De maquette in 1987 leverde hij bijdragen aan talloze tijdschriften en publiceerde hij journalistieke verslagen, diverse romans, theaterteksten, kinderboeken, poëzie, verhalenbundels en reisimpressies. In 1995 verscheen zijn eerste roman, Het gelag. Zijn werk werd meermaals bekroond, o.a. door de Nederlandse Academie voor Taal & Letterkunde. Samen met Pjeroo Roobjee en Wigbert maakt Bart in het seizoen 2006-2007 met het programma “En het dorp zal; lachen” een tournee langs de culturele centra.
Na 15 jaar restauranthouder te zijn geweest, is Bart Plouvier momenteel fulltime auteur.
BIBLIOGRAFIE:
- De maquette (1987)
- Uit het meer (1990)
- De reiziger, de veroveraar en de autochtoon (1992)
- De kleuren van de zee (1993)
- Het gelag (1995)
- De ronde van de maan (1996)
- Soms raakt de zee van liefde puur verstild (1996), een bloemlezing van 100 zeegedichten
- Het gemis (1998)
- Zaailingen (1999), poëziedebuut
- De Biechtspiegel (2000)
- Het Walvisoor (2000)
- Omgekeken (2001)
- Het land van tante Marie (2002)
- Hallo, Ween (2002)
- De gele vlag (2003)
- Vergezichten (2003)
- Landverloren (2004)
- Weerslag (2005)
- Weg naar Frankrijk (2006)
- Dorpers (2007)
- Entre deux mers (2010)
Als reiziger, natuurliefhebber, theaterman, journalist, scherpzinnige observator, taalkunstenaar, dichter, cafébezoeker, bohemien: in alle hoedanigheden spreekt Bart Plouvier tot de lezer in zijn egodocument Entre deux mers. Hij is volstrekt eerlijk en tracht zijn leven of karakter niet te verfraaien. Hij blijft bij de feiten en schouwt eerlijk in zichzelf. Dat is vaak een pijnlijk proces omdat de herinneringen hem wel eens droef stemmen. Plouvier reconstrueert zijn leven op de hem kenmerkende wijze: geen chronologisch dagboek, maar een amalgaam van brieven, notities, reisverslagen enzovoort. De complexe schriftuur weerspiegelt op die manier zijn ingewikkelde parcours. Toch zijn er rode draden die de schrijver en met hem de lezer houvast geven: de liefde voor de natuur, de muziek en de poezie.
Bart Plouvier is in Entre deux mers op zijn best: eerlijk, inlevend en scherpzinnig, en dat alles in de rijke en suggestieve stijl die we van hem gewend zijn.
Bron: Wikipedia